Hero Image

Lander (15) en slechtziende Jekka (88) zijn jongste en oudste deelnemer van Dodentocht: “Dit is speciaal voor mijn zus”

06.08.2025
HLN
JONGERENNIEUWS

73 jaar. Dat is het leeftijdsverschil tussen de oudste en de jongste deelnemer van de 100 km Dodentocht die vrijdag van start gaat in Bornem. Voor de 15-jarige Lander Kegels uit Bornem wordt de helse tocht een eerbetoon aan zijn zus. De 88-jarige Jekka Goemans uit Antwerpen is slechtziend en legt daarom het hele parcours af met een blindegeleidestok. “Ik wandel elke dag nog met mijn zus... Ik duw haar ook vooruit in haar rolstoel”, aldus de sportieve tachtiger. Een gesprek met de twee uitersten op de deelnemerslijst.

De Antwerpse Jekka Goemans is niet alleen de oudste deelneemster van de Dodentocht. Ze is met haar 88 lentes meteen één van de strafste verhalen van deze editie. Vorig jaar besloot ze nog last minute om mee te doen. Anderhalf uur voor het startschot kocht ze haar ticket. “Dat was echt op de valreep”, vertelt ze. “Dit jaar heeft mijn neef ervoor gezorgd dat ik zeker was van een deelname. En die 100 kilometer… Dat ging eigenlijk vanzelf.”

Al kwam ze onderweg toch even ten val na 40 kilometer. “Het is de hoofdverpleegkundige die mij erdoor heeft geholpen. Zij was nogal tamelijk druk bezig met anderen en ik heb die ganse tijd eigenlijk goed kunnen rusten en liggen nadenken over wat ik ermee ging doen. De verpleegster zei: ‘Er is niets vitaals geraakt, dus waarom zou je niet verder doen?’ En voilà, zij trok mij over de streep.”


Blindegeleidestok en speciale bril

Wat Jekka nog meer bijzonder maakt? Ze is slechtziend. Ze wandelt – en stapt dus ook de volle 100 kilometer – met een blindegeleidestok. Blind is ze niet helemaal, maar haar zicht is zwaar beperkt. “Ik kan nog licht en donker van elkaar onderscheiden, maar mijn zicht is allemaal ‘flou’”, zegt ze. “Mijn wandelstok, dat zijn mijn ogen op de grond. En mijn speciale bril zal mij ook helpen om de eindmeet te halen.”

Sportief is ze altijd al geweest. “Paardrijden, bergen beklimmen, skiën… Ik heb veel gesport”, klinkt het. “Maar dat wandelen ben ik pas echt beginnen doen toen mijn man tekenen van dementie begon te vertonen. Ik zeg altijd: langeafstandswandelingen waren voor mij een soort hulp die ik nodig had, in plaats van naar een psychiater te gaan. Ik stap en ik luister naar filosofie. Dat geeft mij moed om door te zetten. Dat wil ik trouwens aan iedereen meegeven: als het jou te hoog zit, ga stappen. Het maakt niet uit waar.”

Ook haar dagelijkse training is best straf. “Ik ga elke dag wandelen met mijn zus – en ja, ik duw haar in een rolstoel”, lacht ze. “Ik heb net nog 15 kilometer in de benen en mijn zus duw ik vooruit. Dat is goed voor mijn fysieke gezondheid, hé. En zeker hier: ik woon op het Eilandje en daar heb je nog veel kasseien. Daar zouden ze nu wel eens iets aan mogen veranderen.” De energieke tachtiger kijkt er alleszins enorm naar uit om vrijdag haar wandelschoenen aan te trekken. “Het enige wat ik verschrikkelijk vond, waren de toiletten. Die dixi’s waren vies en ik kon daar niet naar het toilet op gaan”, lacht ze.

Hulp onderweg wil ze niet. “De zoon van mijn neef wil nu wel absoluut meegaan, maar ik heb dat niet nodig.” Wat ze wél heeft, is veel goesting. “Dat is onnozel hé, maar al die heisa rond dat ik de oudste ben en al die interviews… Ik voel dat niet aan als iets speciaals, maar ik heb er wel lol in. Al hoop ik wel dat die journalisten mij onderweg gerust gaan laten.”

Eerbetoon

Helemaal aan de andere kant van de rij van 13.000 deelnemers staat de jongste wandelaar. Dat is dit jaar de 15-jarige Bornemnaar Lander Kegels. Voor hij vrijdag z’n wandelschoenen aantrekt, helpt Lander nog volop mee op het terrein van Scouting Bornem. Daar bouwt hij mee aan de camping waar vanaf woensdag de eerste buitenlandse deelnemers arriveren. Maar vrijdag staat hij er zelf ook tussen, aan de start van zijn allereerste Dodentocht. “Ik doe het eigenlijk ook een beetje voor mijn zus Camille”, zegt hij. “Zij is er altijd voor mij geweest, ik wil het een beetje aan haar opdragen. Maar ook voor mijzelf. Ik wil zien of ik dat kan.”

Een geoefend wandelaar is hij niet. “Met de scouts ga ik af en toe wel eens wandelen, maar echt veel is dat niet. Maar kijk, ik vind: als je van hier bent, dan moet je het toch minstens één keer geprobeerd hebben.” Toch is er één ding dat hem zorgen baart: zijn knieën. “Ik heb er last van, dus ik hoop dat ik het ga kunnen volhouden. Ik denk dat het daar wel op gaat neerkomen: als ze te veel zeer doen, is het gedaan. Het is het einde halen of niks. En achteraf… Dan zullen ze mij waarschijnlijk naar huis moeten takelen”, lacht hij.

VTM
Qmusic
HLN
Belfius